De woning mag dan wel corporatie-bezit zijn, Julieke merkt dat ze het domein van de familie Huurdemans binnenstapt. Welgemeend complimenteert ze de inrichting, bedankt voor de gastvrijheid en verontschuldigt haar afwezige assetmanager.
Na wat koetjes en kalfjes, komt ze ter zake: “Vertelt u mij alstublieft meer over het standpunt van de huurdersorganisatie en de roep om huurdersstrategie.”
Conrad en Loeky leggen uit dat ze de portefeuille strategie degelijk werk vinden en tegelijkertijd de huurder node missen: “Het ondernemingsplan betoogt dat de huurder centraal staat. Dat schept verantwoordelijkheid tot uitwerking in strategie en in plannen voor korte en langere termijn. Dat hebben we nog niet gezien.”
“Wij vragen ons bijvoorbeeld af hoe Woonbloei en haar medewerkers, van onderhoudsmonteur tot bestuurder, ons zien. De ene keer lijken we wel hulpeloze cliënten te zijn, terwijl we op een ander moment gedwongen zijn moeilijke beslissingen te nemen.
Zien jullie ons als zielepoten die blij zijn met een dak boven ons hoofd, zijn we consumenten zonder keuzevrijheid of zijn we een soort mede-eigenaars?
Of dat allemaal niet en zijn we nummers die passen in de tabellen die aantonen dat Woonbloei haar volkshuisvestelijke prestatie heeft geleverd?”
Na een kort bezinningsmoment zegt Julieke resoluut: “De fijne sfeer hier maakt dat ik u onmogelijk als een nummer kan zien. U confronteert me met onze voortdurende spagaat, waarbij we wellicht neigen over te hellen naar noodzakelijke getallen en regels.
Tegenover kwantiteit stelt u onze kwaliteit: huurders een thuis te geven. Dat ‘thuis’ uw privé-domein is en iedere huurder er een andere inhoud aan geeft, maakt het bijzondere thematiek. Waardevol als we hierover verder van gedachten kunnen wisselen.”
‘Food for thought’, denkt ze bij het afscheid en belooft een vervolgstap. Ze voelt zich prettig opgeladen en niet alleen omdat de koffie beter smaakte dan op kantoor.
De gesprekspartners schetsten verschillende wensbeelden van huurders en woonomgeving met zinvolle inzichten over de verschuivingen in leeftijd en cultuur. Ze vertelden over de perspectieven van weer andere huurders. Net toen het sein luidde voor Julieke’s volgende afspraak, ontstond een levendig toekomstbeeld waarbij huurders een vorm van eigen verantwoordelijkheid, zelfbeschikking en regie over hun woonsituatie hebben met een cruciale faciliterende rol voor de corporatie. Dat dit alleen binnen afgesproken regels en budgetten kan, was voor iedereen zo klaar als een klontje.
Het credo: ‘Huurders zijn mans en vrouws genoeg om verstandige keuzes te maken’.
Achteraf beseft Julieke dat het huiselijke leven van huurders niet wezenlijk verschilt dan het hare, ook al is haar thuis tevens haar privébezit. Ze griezelt van de gedachte dat een renovatie haar zomaar wordt opgedrongen. Dat is dan voor haar huurders niet anders, ook al is het vanuit corporatieperspectief verdedigbaar.
Echt waar, ze voelt zich geïnspireerd om de positie van huurders nader te exploreren.
Wat wordt de volgende stap?
Tekst door Louise Arnold Bik & Bart van der Laag
https://www.linkedin.com/company/samen-impact-maken-bij-sociale-woningbouw